De graafwesp
Graafwespen zijn alleen levende wespen met een relatief brede kop.Graafwespen zijn net als veel andere wespen geel-zwart van kleur. Het lijfje van de graafwesp bestaat uit gele en zwarte ringen, waarbij de zwarte vaak overheersen. Omdat graafwespen en limonadewespen op elkaar lijken, worden ze vaak door elkaar gehaald. Graafwespen leven echter op zichzelf (solitair), in tegenstelling tot limonadewespen. De meeste sooten nestelen in de grond in zelfgegraven holletjes. Ze komen echter wel in grote groepen bij elkaar om te nestelen. De graafwesp maakt zijn nesten in zandgrond of in holle stengels, Enkele soorten nestelen in geknakte braamstengels. De graafwesp vult het nest met dode insecten. De eieren worden erbij gelegd en de wespenlarven moeten leven van het opgeslagen voedsel totdat ze verpoppen.
De hoornaar Vespa crabro
Hoornaars zijn geel-zwart met bruin. de koningin van deze grootste inheemse wespensoort kan 3,5 cm lang worden, de werksters zijn slechts 2-2,5 cm lang. Hun lichaam bestaat uit twee segmenten die duidelijk te onderscheiden zijn. Het gedeelte tussen het eerste en twee segment is sterk ingesnoerd en daardoor heel smal. Hier komt ook het begrip ‘wespentaille’ vandaan. Het achterste gedeelte van de kop en het eerste segment zijn roodbruin tot donkerbruin van kleur, terwijl het tweede segment (het achterlijfje) heeft de opvallende zwart-gele tekening die kenmerkend is voor wespen. Een hoornaar, die in heel Europa voorkomt, heeft twee grote, langwerpige facetogen en bovenop zijn kop nog drie bijogen.
Zodra de eerste nachtvorst invalt, sterven alle hoornaars in het nest. Alleen de jonge koninginnen overleven. Naarmate de temperatuur toeneemt, worden de wespen actiever. Hoornaars bouwen hun nesten het liefst in holle bomen, evenals in vogelnestkastjes, op zolder en in houten schuren, bovengronds en op niet-vochtige plaatsen. Deze wespensoort is zowel overdag als 's nachts actief. Ze jagen op uiteenlopende soorten insecten, vooral vliegen, en soms ook honing-bijen, rupsen en spinnen. Deze dieren worden doodgestoken en leeggezogen.
Hoornaars, die vooral van de jacht leven, likken ook graag boomsappen op en eten van zoete vruchten. Deze dieren vliegen van april tot in november rond.
De limonadewesp
Limonadewespen zijn te onderscheiden in de gewone wesp en de Duitse wesp. Ze vallen op door de gele en zwarte dwarsstrepen op hun achterlijf. De werksters van de limonadewesp zijn 1 tot 1,5 cm lang, de koningin is iets groter en forser. De limonadewesp is de bekendste wesp. Limonadewespen hebben, evenals de hoornaar, een wespentaille, hoewel deze niet zo sterk opvalt als bij de hoornaar. Ze leven in groepen in een wespennest. In dit nest zijn de werksters, de onvruchtbare vrouwtjes actief. Alleen de koningin legt eitjes.
Limonadewespen leven van eiwithoudend en suikerhoudend voedsel en komen daarom in de warme periodes vaak af op zoet ruikende producten. Vandaar ook hun naam ‘limonadewesp’. Limonadewesp hebben suikers nodig als energie bron dat zo ook uit nectar of fruit halen, vandaar de aantrekkingskracht op snoep en zoetigheid. Dit is dan ook dewesp die het meeste bestreden wordt.
De houtwesp
Houtwespen behoren wel tot de wespenfamilie maar zien er anders uit. Hoewel hun lichaam ook gele en zwarte strepen bevat, zijn ze anders gebouwd waardoor ze duidelijk verschillen van andere wespensoorten. De houtwesp wordt onderscheiden in de gewone houtwesp en grote houtwesp. De eerste soort wordt tussen 12 en 32 mm lang (de kop is zwart blauw), de tweede tussen 18 en 38 mm. De kop van larf is naar beneden gericht, geheel witachtig van kleur. bij vrouwtje van de grote houtwesp is de buik geel met en zwarte brede band. bij het vrouwtje van de gewone houtwesp heeft de buik rood/gele band, lichaam zwart/blauw en de poten zijn gedeeltelijk rood/geel.
Houtwespen leven in boomrijke gebieden en leggen eitjes in het hout van dennen of sparren, in bomen of liggende stammen welke in slechte staat zijn. De boomstammen zijn bij voorkeur geveld/omgewaaid en al aan het rotten. Wanneer de larven uit hun eitjes komen, vreten ze een gang van 33 tot 40 mm in de lengte, deze zijn gevuld met boormeel, hier vindt ook de verpopping plaats. Wanneer ze tenslotte volledig ontpopt zijn, vliegen ze uit de boomstammen (het uitvliegopening is rond 6 tot 10mm). Hun werkwijze is daardoor in zekere zin vergelijkbaar met die van de houtworm (de larven eten van het hout). De vlieg periode is van juni tot september.
Probleem met wespen?
Wij helpen u graag verder
Bel ons 0491 22 61 66